Het merkwaardige telsysteem van Neder-Over-Heembeek

Ten gevolge van de annexatie van de gemeenten Laken, Haren en Neder-Over-Heembeek bij de Stad Brussel in 1921 werden de administratieve diensten in het centrum van de hoofdstad gecentraliseerd en de werkmethodes gestandaardiseerd. De "opruiming" die bij deze gelegenheid door Brussel in de verschillende departementen van de geannexeerde gemeenten werd ondernomen, bracht enkele lokale organisatorische eigenaardigheden aan het licht, en een aantal merkwaardige episodes van de lokale administratie.

Het meest treffende voorbeeld is ongetwijfeld dat van Neder-Over-Heembeek, waar al snel bleek dat de volkstellingen "zonder enige werkmethode" waren uitgevoerd. De Brusselse ambtenaren van de burgerlijke stand die in juni 1921 op pad werden gestuurd, stelden vast dat de bevolkingsregisters niet correct waren bijgehouden. Ze gaven dus geen correct beeld van de voorbije veranderingen in de gemeente (gebrek aan informatie over de woonplaatsen van de inwoners en bijhorende data, over de burgerlijke stand van de gezinnen en over huwelijksvoltrekkingen; tal van niet-registreerde overlijdens en geboorten; gebrek aan interne verwijzingen tussen de index en de registers, waardoor het onmogelijk was een persoon of een adres terug te vinden; enzovoort).

Terwijl in een resolutie van het Brusselse schepencollege van 12 augustus 1921 werd besloten om tuchtmaatregelen te nemen tegen de voormalige gemeentesecretaris van Neder-Over-Heembeek, besloot de directeur van de administratieve dienst de registers van de voormalige gemeente volledig te controleren en aan te vullen met de gegevens die bij de inwoners konden worden verzameld.

Deze herziening begon op 24 augustus en kon al snel voltooid worden op 28 oktober van datzelfde jaar, dankzij de "buitengewone inspanning" van de Brusselse ambtenaar die verantwoordelijk was voor deze opdracht. Hij leverde heel wat inspanningen om de bevolking te benaderen en trok de straten op van de deelgemeente om de inwoners te spreken die op het land of buiten aan het werk waren. Uit zijn onderzoek bleek dat vele mensen nooit waren geteld, terwijl op sommige formulieren, die zonder toestemming van de betrokken burgers waren opgesteld, valse handtekeningen waren aangebracht. Na 64 dagen intensief werk (waarvoor de ambtenaar zijn zondagen opofferde) konden 1132 gezinsfiches worden opgesteld, 417 nieuwe fiches worden ingediend, 704 oude fiches worden gecorrigeerd en 18 fiches worden geschrapt.

In maart 1922 werd in een brief van de directeur van de dienst Burgerlijke Stand ook vermeld dat er straatnaamborden waren verdwenen op het grondgebied van de voormalige gemeente Neder-Over-Heembeek. Daarnaast waren er zo goed als geen huisnummers aangegeven op de gevels. Volgens de informatie van het diensthoofd van de 9de Afdeling werden deze straatnaamborden vóór de annexatie verwijderd en aan een schilderbedrijf bezorgd om te worden gerestaureerd, maar dit werk werd nooit uitgevoerd.

Misschien maakten de vele straatnaamwijzigingen die gepland waren tegen december 1922 deze restauratiewerkzaamheden overbodig? Hoe dan ook heeft de directeur van de Burgerlijke Stand, die een einde wilde maken aan de "onophoudelijke fouten" - die door de wanorde in de bevolkingsregisters zeker niet waren verminderd -, aan de hoofdingenieur van Openbare Werken opdracht gegeven om de straatnaamborden te laten herschilderen en op de juiste plaats terug te zetten, en ook huisnummers aan te brengen op de gevels waar ze ontbraken.